Geboren op 10 maart 1930 | Overleden op 30 december 2021
Saai was het nooit!
Jo Tielbeke was een uniek mens. Hij was boerenslim en kon goed leren, al was daar vroeger amper tijd en geld voor. Jo was ondernemend, veelzijdig, eigengereid en zelfbewust. Een koopman die het avontuur zocht. Aan de buitenkant hard en zakelijk, maar tegelijkertijd vergevingsgezind en behulpzaam. Hij was goed in het scheiden van zaken en zeker niet rancuneus.
Jo komt uit een gezin, dat werd gevormd, nadat weduwnaar Gerrit met zoontje Antoon, in 1924 hertrouwde met Bertha Nijboer. Samen kregen zij veertien kinderen, zeven jongens en zeven meiden.
Zijn vader Gerrit had in de jaren twintig een eierhandel naar Engeland, die als gevolg van de Beurskrach (1929) instortte. Daardoor moest hij, naast het winkeltje annex caféetje, op zoek naar andere inkomsten om zijn gezin te onderhouden. Een tijd van armoede, honger en koude winters. Om toch brood op de plank te krijgen startte Gerrit toen een maalderij en turfhandel. Met de vrachtwagen, die was aangeschaft voor het vervoeren van eieren, verzorgde hij zo al voor de oorlog een soort van lijndienst op Zwolle.
Die armoede in combinatie met de oorlogsjaren daagde Jo uit om met een tomeloze inzet als zijn talenten te ontwikkelen. Iets, wat hij overdroeg op zijn kinderen en dikwijls faciliteerde. Anderszins, was Jo geen gemakkelijke man. Ook, omdat hij de mensen die in zijn ogen minder moeite deden hun omstandigheden te verbeteren nogal snel ‘dooievisjesvreters’ vond. (Amsterdams-Joods scheldwoord voor een lijzig, niet levendig persoon)
Na een ontmoedig op “Goede Vrijdag” kreeg Jo een relatie met Mien Broekman. Toen ook broer Arnold verkering kreeg met Mieke Huijsman, werd in overleg met vader Gerrit besloten dat zowel de oudste zoon Antoon als Jo en zijn broer samen de expeditie zouden voortzetten. Antoon in Dedemsvaart en Jo en Arnold, onder de naam “gebroeders Tielbeke”, hier in Lemelerveld. Het tekenen van de akte op oudejaarsavond 1957 betekende de start van het huidige transportbedrijf, toen nog aan de Nijverheidstraat. Op 14 mei 1958 trouwden de stellen samen. Nols (Arnold) met Mieke en Jo met Mien, want één bruiloft was goedkoper.
Daar waar Arnold technisch erg goed was had Jo twee linkerhanden. Maar net als zijn vader Gerrit, was Jo een echte ondernemer. Hard werken, handelen, risico nemen en pionieren was zijn lust en zijn leven. Waardering en respect voor de mensen met wie je samenwerkt hoorde daar als vanzelfsprekend bij. Jo was echter veel meer ondernemer dan manager. Het dagelijks aansturen van de werkzaamheden was niet zo aan hem besteed. Gelukkig voor Jo werd dat opgepakt door Jos Heitbrink. En hoe! Met Mien als stille kracht heeft dat driemanschap destijds de basis gelegd voor wat het bedrijf nu is.
Toen het transportbedrijf begin waren negentig werd overgedragen aan de volgende generatie betekende dat geenszins rust. De overige activiteiten van Jo waren inmiddels dermate omvangrijk dat hij nog jaren doorging met wat hij het liefste deed: ondernemen! Zijn lijfspreuk was niet voor niets: “Een dag zonder reuring is een dag niet geleefd”.
Naast het vele werken zag Jo kans tijd vrij te maken voor tal van andere zaken. Zo was hij medeoprichter van de Carnavalsvereniging en was hij onder de naam Prins Floris tweemaal Prins Carnaval. Daarnaast was Jo jarenlang voorzitter van de voetbalvereniging, actief bij Plaatselijk Belang, de Ondernemersvereniging en ijveraar voor de sporthal. Tevens stond hij aan de basis van de huidige feestweek en was hij zestig jaar lid van Con Amore, alwaar ze ook een derde helft kennen.
Zijn grote hobby’s waren zijn moestuin en het voetbal. Zo at zijn gezin regelmatig dagenlang dezelfde groente omdat die op dat moment nu eenmaal van het land kwam. Nadat hij zelf was gestopt met voetballen volgde hij jarenlang alle wedstrijden van het eerste elftal van Lemelerveld. Vanaf 1974, het WK in Duitsland, bezocht hij met een vast clubje lokale kornuiten, ook vrijwel alle wedstrijden van het Nederlands elftal.
Door de jarenlange verzorging van zijn vrouw Mien en zijn fysieke achteruitgang veranderde zijn leven en werd het contact met vrienden en kennissen minder. Jo wilde tot op het laatst zelfstandig blijven wonen, al voelde hij zich na het overlijden van zijn vrouw ook vaak alleen. Dit ondanks het vele bezoek wat hij kreeg. Gelukkig kon hij veelvuldig met zijn inmiddels zeer bekende rode Canta naar de camping van Wilma en Tinus om daar, tot het afgelopen seizoen, te werken in zijn moestuin.
Half november werd hij, ondanks zijn vaccinaties, geveld door Corona. Na een kleine opleving zagen zijn kinderen helaas het einde naderen. Jo is 91 jaar geworden. Na een leven vol reuring heeft hij zijn rust gevonden. Zoals gezegd: saai was het nooit!