Nostalgie – met de familie Habers

Vanaf 1923 tot 2018 woonde de familie Habers in het pand naast de RK Kerk.

Ze hadden daar een bakkerij, kruidenierswinkel, drogisterij en tapkamer. Het gezin had 10 kinderen. Twee kinderen: Eef en Dia volgden hun ouders op. Het was een winkel die velen zich nog herinneren van vroeger, maar de jeugd zal dat niet herkennen. Je werd er nog achter de toonbank geholpen en de boodschappen werden thuis bezorgd. Dat laatste gebeurt in deze Coronatijd ook weer meer, maar niet zoals vroeger dat je je boodschappenboekje af gaf en dat die daarna thuis bezorgd werden. Nu kun je je boodschappen online bestellen. De tapkamer was er om de mensen, die uit de kerk kwamen, te voorzien van koffie of thee. En om de laatste nieuwtjes en roddels uit te wisselen. Eef is in 2011 overleden. Momenteel wordt het pand tijdelijk bewoond door mensen die een huis aan het bouwen zijn. Wat er in de toekomst mee gaat gebeuren is nog onduidelijk. Velen zullen met nostalgie aan die tijd terug denken. Broos Seemann schreef in zijn column “Lang Verhaal Kort” nog eens over boekjes en Eef Habers. Hieronder dat verhaal nog een keer.

Annet Schoorlemmer

LANG

VERHAAL

KORT

door Broos Seemann

Met een boekje kun je van alles doen. Op de eerste plaats erin lezen natuurlijk. Maar het kan ook dienen om er een wiebelende kast mee stil te krijgen. En als de brievenbus in je deur erg tocht: klem dan een boekje in de gleuf. Boekjes kopen, lezen, lenen, terugbrengen, wat al niet. Ergens een boekje over opendoen is een bekende uitdrukking in onze taal en in deze tijd van processen zoals tegen Johan de Hakkelaar zelfs zeer actueel. Maar weet u dat je boekjes ook kunt horen? Ik moet daarbij wel aantekenen dat dit meer in het verleden dan in het heden voorkwam en komt. Zowel in de steden als in de dorpen en vooral op het weidse platteland ging de kruidenier zijn klanten af om het huishoudboekje op te halen waarin men hopelijk reeds een rijtje boodschappen had genoteerd. Als daar bijvoorbeeld zeep was opgeschreven of tabak, dan kende de leverancier zijn pappenheimers goed genoeg om te weten welk merk er bedoeld was. Kon hij er een knecht op nahouden, dan moest die eerst langdurig worden ingewerkt voor hij wist welk merk puddingpoeder bij welk gezin hoorde. En aangezien knechten en hulpjes nogal eens van baas wisselden, ging de nering niet altijd van een leien dakje. Zou dat soms een reden zijn dat er in een dorp als Lemelerveld nog maar één echte, originele kruidenier is overgebleven? Eef Habers (hij is al in de zeventig), goed geraden! Hij reist zijn klanten af tot achter de horizon, nog steeds, en van ophouden wil hij niet weten. Niet uit nostalgie is het prijzenswaardig dat we zuinig op zo’n man moeten zijn evenals op zijn zus Dia die het lieve winkeltje naast de R.K. kerk tegen verdrukking in van de supermarkten met monter doorzettingsvermogen is blijven runnen. Over de toonbank wordt het wel en wee van het dorp besproken. Ja, daarvoor wordt zonder stressen, met onthaasting dus, de tijd voor genomen. Heerlijk, daar kan geen kalmeringspil tegenaan. En het leven van alle dag krijgt er een kleurtje bij als Eef uit zijn bus stapt en zegt: “Fris weertie vandage”. Dat weten de mensen zelf ook wel, maar toch….begrijpt u wel. En wie het niet snapt, had dit stukje beter niet kunnen lezen.

Foto Broos Seemann: Hans Heerink, foto’s van Habers: Annet Schoorlemmer

Deel dit:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Advertenties

Sukerbiet op Social Media

Andere berichten