Oorlogsverhaal Kees Ellenbroek

De ervaringen van Kees Ellenbroek aan de bezetting en bevrijding van Lemelerveld

Zoals u ongetwijfeld al gelezen en gezien heeft, stond de uitvoering van Polyhymnia dit jaar in het teken van tachtig jaar bevrijding. Dat was niet alleen te horen in de muziek tijdens de uitvoering. Er is ook stilgestaan bij het oorlogsverleden van Lemelerveld. De beste manier om te leren over de oorlog en bevrijding in ons dorp, is door te luisteren naar hen die de oorlog zelf hebben meegemaakt. Een van hen is Kees Ellenbroek, inmiddels 93 jaar. Kees, aan het begin van de oorlog 8 jaar oud, woonde bij de Ellenbroeksbrug, op de plek waar tegenwoordig Cafetaria Zwakenberg gevestigd is. Zijn vader was daar brugwachter en had er een smederij.

Op deze centrale plek in het dorp heeft Kees een hoop meegemaakt tijdens de oorlog. Eén dag is hem in het bijzonder bijgebleven, toen er een razzia plaatsvond in Lemelerveld. De ordehandhaving, de Grüne Polizei genoemd, was op zoek naar mankracht voor het aanleggen van versterkingen aan de IJssel bij Wijhe. In Lemelerveld dreven ze alle mannen die ze te pakken konden krijgen bij elkaar, vlak voor het huis van Kees. Wat Kees het meest aan het hart ging, was een dramatische ontmoeting tussen de broers Cornelis en Herman, zoons van de schipper Jan Duerink, die geankerd lag in het kanaal. Cornelis was aan boord van zijn vaders schip. Aan wal stond Herman, lid van de Grüne Polizei. Kees hoorde ze tegen elkaar schreeuwen. Cornelis riep: pak me maar op, broer! Maar Herman kreeg hem niet te pakken. Dit verhaal toont hoe de oorlog families uit elkaar kon rukken.

De laatste dagen van de oorlog waren voor Kees de heftigste van allemaal. Met het oog op de oprukkende geallieerden, werd het huis van de Ellenbroeks in beslag genomen door Duitse soldaten. De soldaten, drie oudere onderwijzers, waren de oorlog zat en gedroegen zich keurig tegenover de Ellenbroeks. Toen deze soldaten op zondag 8 april naar het front moesten, werden ze afgelost door jongere soldaten. Zij waren een stuk fanatieker dan hun voorgangers, en reageerden hun frustratie over het verloop van de oorlog af op de Ellenbroeks. Bij binnenkomst sloegen ze de stoelen kapot op de kachel. Vervolgens joegen ze Kees en zijn familie het huis uit. Kees zijn vader weigerde te vertrekken en heeft zich ergens in huis opgehouden. De Ellenbroeks konden gelukkig terecht bij de boerderij van Kogelman aan de Weerdhuisweg.

Op maandagavond, de dag voor de bevrijding van Lemelerveld, stormde een viertal dronken Duitse soldaten met getrokken wapens de boerderij van Kogelman binnen. Iedereen stond met de handen in de lucht, terwijl de soldaten door de kamer schoten. Ze eisten dat de aanwezigen op een kaart aanwezen waar de Canadezen zich bevonden. Diezelfde avond werd de vader van Kees opgehaald. Dat was waarschijnlijk zijn redding. Toen Kees op dinsdagochtend 10 april het huis uit liep, zag hij zijn vader staan. Hij keek naar het dorp, waar de rookpluimen boven hingen. Kees zijn vader wist meteen dat het hun eigen huis was, dat in brand stond. Tijdens de bevrijding bevond het huis zich in de vuurlinie tussen de Duitsers en de Canadezen. Kees sloop ‘s avonds samen met zijn broer richting het huis om te zien of er nog iets van hun spullen te redden viel. Het huis was helaas volledig afgebrand. Op de terugweg kwamen ze bij de Dwarsweg een groep van zo’n tien Duitse soldaten tegen, op de vlucht voor de Geallieerden. Tot opluchting van Kees liepen ze zwijgend voorbij. Waar de bevrijding door de meesten op straat werd gevierd, heeft Kees deze dagen heel anders beleefd. Hoewel de Ellenbroeks blij waren met de bevrijding, waren ze alles kwijt. Gelukkig werden ze door hun buren bijgestaan tot ze weer op eigen benen konden staan.

Mart Heerink, maart 2025
Foto’s: HWL (Rien de Greef)

Deel dit:

Advertenties

Sukerbiet op Social Media

Andere berichten