Als je het over het beroep van imkers hebt of hobbyisten die imkeren dan denk je meestal aan een man. Maar dat klopt lang niet altijd. Er zijn ook veel vrouwen die dit beroep of deze hobby beoefenen. In Lemelerveld hebben we er een aantal en we vonden het als redactie wel mooi om daar eens wat extra aandacht aan te schenken. Hier komt de eerste aan het woord: Jenny Visscher-Trof, gediplomeerd imker.
Wat een losse opmerking van iemand met je kan doen
Jenny Visscher-Trof woont samen met haar man Bert in de Minnigheid. Deze naam is al zo’n 50 jaar geleden aan het boerderijtje gegeven door Broos Seemann, die daar destijds met zijn gezin woonde. En het boerderijtje heet nog steeds zo. Inmiddels wel uitgebreid met een prachtige serre en een nog grotere tuin. Zo’n 30 jaar wonen Jenny en Bert hier al en vooral de rust, ruimte en natuur spreekt ze aan. Voor de tuin hebben ze wel hulp van een hovenier, die ook voor imker gestudeerd heeft. Hij zei kort voordat Jenny met vervroegd pensioen zou gaan tegen haar: waarom word je geen imker? Jenny keek hem stomverbaasd aan en zei dat dat echt niets voor haar was. Maar de opmerking bleef door haar hoofd spelen. En omdat ze het heerlijk vindt in de natuur bezig te zijn besloot ze zich er toch eens in te gaan verdiepen.
Ze meldt zich in 2018 aan voor een cursus Bijenteelt bij de Sallandse Bijenvereniging in Raalte. De basiscursus Bijenteelt begon in maart, nadat ze een korte kennismakingscursus had gevolgd, en je krijgt dan wekelijks praktijktraining samen met een leraar. In de zomer van dat jaar krijgt ze haar eerste bijenvolkje. Dan volgt er nog theorie in augustus en september. En in oktober als afsluiting een examen, dat ze met goed gevolg aflegt. Dan mag ze zich imker noemen. Ze is inmiddels secretaris van de Sallandse Bijenvereniging St. Imelda in Raalte, die 83 leden telt waaronder, jawel, 26 vrouwen. Ook is ze lid van Imkers Nederland en de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Dit is vooral van belang voor gezamenlijke studiedagen waarop je o.a. vragen kunt stellen en bijgespijkerd wordt. Ook is er in Raalte een zgn. Imkercafé. Dat is meestal bij iemand buiten zodat ze bij elkaar kunnen kijken hoe het gaat en van elkaar kunnen leren.
In juli 2018 kon ze haar eerste bijenvolkje ophalen in een kast. Dat was een hele onderneming ’s avonds laat. Samen met Bert, beiden in imkerpak, in de auto naar Raalte. Daar werd de kast in de auto geplaatst en konden ze hem in Lemelerveld achter in de tuin in een zelf getimmerd bijenstalletje zetten. Het was maar goed dat ze onderweg niet aangehouden werden. Ook moet er gezorgd worden voor voldoende bloemen, kruiden, grassen, maar ook diverse boomsoorten zijn van belang, zoals de wilg, de acacia, de den, beuken, noem maar op. Daar halen de bijen en andere insecten hun nectar en stuifmeel, maar ook hars voor het maken van propolis. Anders verhongeren ze. Het hoeft dus niet allemaal kleurrijk te zijn voor de bijen. Inmiddels heeft Jenny 4 bijenkasten. Drie in de bijenstal en een op een andere plek in de tuin. Vier bijenvolkjes vindt ze genoeg. De bijen blijven in de eigen kast. Ze verspreiden de eigen geur van de koningin die voor de groep herkenbaar is.
De bijtjes en de bloempjes
Omdat ik nauwelijks iets van de bijenteelt af weet word ik door een enthousiaste Jenny bijgepraat onder het genot van een lekkere kop koffie in de mooie serre, waar ook nog twee broertjes poes rondlopen.
Allereerst geeft Jenny aan dat ze de bijen zelf laat bepalen wat ze willen. Ze wil met haar bijen vooral een bijdrage leveren aan de mooie dingen die we hebben. Ze heeft geen commercieel doel.
Het bijenvolkje bestaat uit een koningin, hofdames, huisbijen en vliegbijen. De koningin legt de eitjes. Daarvoor gaan de hofdames met haar één keer op bruidsvlucht en wordt de koningin door zo’n 20 darren (mannetjesbijen) bevrucht, die daarna meteen dood gaan. Haar zaadblaas zit dan vol en ze kan hier zo’n 4 à 5 jaar mee vooruit. Terwijl de levensduur van de zomerbijen maar zo’n 6 weken is, leven de winterbijen ongeveer 4 à 5 maand. De darren, die niet het geluk hebben gehad een koningin te bevruchten worden aan het eind van het seizoen de kast uitgewerkt door de huisbijen. De huisbijen maken de kast schoon en brengen de dode bijen weg. Zo is de kans op infecties minimaal. Ook zorgen ze dat het voedsel in het raat terechtkomt en uiteindelijk mogen ze dan naar buiten om als vliegbijen voedsel te vergaren zodat ze geen honger hoeven te lijden. De koningin legt op het hoogtepunt van het seizoen wel zo’n 2000 eitjes per dag. Als de groep te groot wordt vliegt ze met een deel uit de kast op zoek naar een nieuwe plek. En komt er in de kast een nieuwe koningin. Zo is de cyclus rond.
Er zijn zo’n 360 soorten wilde bijen. Daar gaat het niet goed mee, terwijl we niet zonder kunnen. Gelukkig worden de bermen tegenwoordig later in het seizoen gemaaid en houden ook steeds meer boeren rekening met het belang van de bijen. Ook zou het prettig zijn als de tuinen niet helemaal vol gelegd worden met tegels maar dat er ook bloemen in bloeien.
Strenkhaars Goud
Jenny noemt haar honing Strenkhaars Goud omdat de kleur echt goud is. Ze laat voldoende honing in de kasten voor de bijen in de winter. Ze gebruikt alleen het overschot voor eigen gebruik en wat potjes voor de liefhebber in het kastje aan de weg. Dat doet ze ergens in juni/juli, zodat de bijen de rest van het seizoen nog ruim de tijd hebben de wintervoorraad op peil te brengen. Als ze de raten die over zijn uit de kasten heeft gehaald worden de wasdekseltjes van de raat gehaald De honingramen gaan in een grote ketel, waarin de ramen heel hard in het rond geslingerd worden. Dan blijft de honing een dag of twee staan voordat het afgetapt wordt en in de potjes komt. Toch een heel werk. In het voorjaar is het vooral drukker dan later in het seizoen. Aan het eind van het seizoen, begin september, gaat ze kijken of er genoeg is voor de winter. Maar Jenny gaat zeker twee keer per dag de tuin door om te kijken hoe het allemaal gaat: komt er genoeg stuifmeel binnen, zijn ze gretig, maar wel rustig enz.
Bijenkastje
Naast het Strenkhaars Goud heeft Jenny ook nog wat jam in het Bijenkastje aan de weg. Al wat haar tuin oplevert aan pruimen, bramen, zwarte bessen, rode bessen en kruisbessen. Ze maakt er lekkere jam van en die kun je kopen zolang de voorraad strekt. Gelukkig heeft ze nog wat in voorraad zodat ik wat potjes jam en een laatste potje honing kan kopen. Jenny verdient hier niet echt aan maar ze vindt het fijn dat ze op deze manier wat extra kan doen voor de natuur. Ook ligt er in het stalletje informatie over de bijen, zeker leuk voor schoolkinderen als ze hierover een spreekbeurt willen houden.
Het was voor mij een leerzaam gesprek. Jenny bedankt voor je enthousiaste verhaal. En als u dus over de Strenkhaar langs het kanaal fietst, kijk dan eens in het Bijenkastje of er nog een potje Strenkhaars Goud of andere lekkere eigen gemaakte jam staat. En neem gerust wat informatie mee.
Tekst en foto’s: Annet Schoorlemmer
1 gedachte over “VROUWELIJKE IMKERS IN LEMELERVELD”
hemeltje lief wat een prachtige hobby, wist niet wat ik zie lees, fijn om zo goed bezig te zijn, en wat een werk, ik wens veel plezier maar ook sterkte met dit prachtige werk. groet Hilda en Giese Koopman.